De Grand Raid des Pyrenees van de Trailmajoor!
- 4 maart 2020
- 0 Comment(s)
De start en de eerste 20 kilometer
Met de tonen van viva la vida gaan we om 06.00u van start. Ik heb de hele nacht slecht geslapen, alleen maar draaien en doen. En maar weer eruit om te plassen, drama nacht! Zou het de wedstrijdspanning zijn? Ik denk het wel. 220 kilometer is namelijk niet een walk in the park, en al helemaal niet als dat park de Pyreneeën heet, en in combinatie met de hoogtemeters wordt het een pittig tochtje. Het begin van de tocht is wat eenvoudiger vergeleken met de rest van de race. Op zich prettig als opwarmertje.
We rennen door het park en niet veel later begint het eerste klimmetje. En daar heeft de organisatie zich even vergist denk ik. Alles loopt daar vanaf een brede weg een smal bergpad op. Een grote trechter en dat vraagt om wat geduld bij de coureurs. Om 06.00 was niet alleen de start van de Ultra tour maar ook van de Tour trail een race van 3 dagen met 4 wedstrijden. daardoor was het startvak dubbel zo druk en het parcours dus ook. Beter had er een uur tussen beide starts gezeten. Maar het is niet anders en het is aansluiten en volgen.
Ik denk een paar keer aan de afstand die we komende 60 a 65 uur gaan afleggen, ik ga er niet beter van lopen en probeer maar de deuntjes van Coldplay weer te voorschijn te toveren, en ook de Proclaimers doen het goed tijdens de race. Als we op de eerste top zijn zetten we de afdaling in naar de eerste post op 20 kilometer. Ik daal een stuk sneller dan dat Hans dat doet, af en toe kijk ik even om en zolang ik zijn groene shirt nog zie maak ik me niet druk. Tot dat ik bijna bij de ravitaillering ben en ik Hans niet meer zie. Hans is al gestart met wat last van de knie en ik maak mij meteen zorgen. Als ik al een paar stukken fruit en cola op heb komt Hans eraan. Gelukkig! Hoe is het met je knie vraag ik meteen, goed is het antwoord! Mooi, dan gaan we goed!
Het serieuze werk kan beginnen
Goed eten en drinken
De nacht in
Omdat we de nacht in gaan had ik al aan een Fransman gevraagd om samen te gaan lopen, dat vond hij een goed plan maar eenmaal op de post besluit hij te gaan slapen. Daar ben ik nog niet aan toe, en wanneer ik vertrek besluit ik maar de Fransman te volgen die ook net de deur uit gaat. Maar als snel vind ik dat hij te langzaam gaat, verder de berg op zie ik een aantal hoofdlampjes. Prima denk ik zolang er lampjes in de buurt zijn ben ik niet alleen, en zo loop ik van lampje naar lampje. Ik krijg het erg koud als ik op 92 kilometer na een kop soep en een paar crackers weer naar buiten stap. Stom, geen kledingdrill toegepast op de post wat achteraf wel handig was geweest. Het duurt ook even voordat ik weer op temperatuur ben maar eenmaal weer warm gaan we weer lekker door. De nacht gaat niet heel snel, maar gelukkig kan ik redelijk doorlopen en rond een uur of 9 ’s ochtends kom ik aan op Cauterets. Ik ben op de helft!!!
Richting de tweede stop
De tweede post waar mijn drop bag is. Ik bedenk dat ik wel even een half uurtje slaap kan pakken. Maar omdat alles in een grote ruimte gebeurt is het veel te rumoerig en van slapen komt niks. Na een kwartier sta ik weer op, wissel mijn sokken voor weer een droog paartje en kom erachter dat ik een blaartje heb want er zat een steentje in mijn sok. Even door laten prikken, afplakken en weg van de post.
Er komt een klim aan van zo’n 18 kilometer, een lange en technische klim. Die vanwege de warmte ook niet heel snel gaat, het is bloedheet en regelmatig zoek ik even verkoeling in het riviertje waar we langslopen. Als ik er op een gegeven moment ook even in ga staan om de voeten te koelen springt de kramp mij bijna in de kuiten, zo koud is het water! Het duurt dan ook erg lang, 4 uur, voordat ik aankom bij de Refuge des Oulettes. Hier krijg ik een heerlijke kop kippensoep. Als ik besluit om toch maar even te gaan smeren met zonnebrand, beetje laat, ben ik mijn fles even kwijt omdat de hele inhoud van de refuge dit wel een goed idee vind en toch ook wel even wil smeren.
En door!
Als ik over de top kom, wat nog wel even een klote klimmetje is en ik onderweg nog even getuige ben van een mini lawine. Een deel van de gletsjer komt naar beneden. Begint een van de meest kloterige afdalingen. Stijl, losse stenen, geen tempo te maken in elk geval. Dat duurt ongeveer 4 kilometer en dan kan het tempo weer ietsje omhoog. Het is 8 uur s avonds als ik aankom op Gavarnie, een post op 144 kilometer.
Ik mis Hans, even lekker schelden en klagen in het Nederlands. Dat Fransen slecht zijn in Engels heb ik de afgelopen dag wel weer gemerkt. Het enige wat ik hoor en zeg zijn de woorden: bonne courage! Omdat het nog te vroeg is om te gaan slapen besluit ik om op de volgende post een half uurtje slaap te gaan pakken, dan de rest van de nacht door te lopen en dan in de ochtend weer op een grote post te zijn waar mijn drop bag weer ligt. Goed plan! En ik ga op pad, al met al 23 kilometer voor de nacht en op papier lijken deze kilometers niet de meest zware.
Maar niks is minder waar, wat een ontzettend technisch deel van het parcours hebben ze hier neer gezet. En het wordt nog erger, als ik aankom op de post blijkt dat ik hier helemaal niet kan slapen. Shit dit had ik kunnen weten, maar was niet scherp genoeg. Omdat deze post buiten is eet en drink ik snel wat en loop verder. Ik ben nog maar even weer onderweg als mijn pole blijft hangen achter een rots. Ik trek hem los, met iets teveel geweld, krak! Kak, pole gebroken. Hier wordt het niet makkelijker van, ik bedenk een oplossing en na het een en ander geprobeerd te hebben wat niet werkt bedenk ik het meest briljante. Ik bel Hans! Kun jij jou stokken naar de post brengen waar mijn tas ligt, ze daarin stoppen? Dan heb ik morgenochtend weer een setje hele! En Hans gaat voor mij op pad.
Koffie en slapen
Ineens zie ik een soort van partytent, met allemaal lopers aan de koffie. Nee ik hallucineer niet! De bewoners die naast de route wonen hebben een tent over het pad gezet en de vrouw des huizes loopt met koffie rond. Ik ga ook even zitten en raak aan de praat met Quentin. Quentin kan geen Engels, maar wel Frans en Italiaans. Geen probleem dat kan ik ook, NOT! Maar we communiceren aardig met elkaar en we besluiten om samen verder te gaan. En zo gaan we samen verder de nacht in. Kletsen we wat af in 4 verschillende talen. En ‘s ochtend op Luz Saint Sauveur gaat Quentin naar de medische behandeling voor zijn voeten en ik zoek een bedje op voor een half uurtje slaap. We nemen afscheid: Bonne courage!
De wekker gaat
Als de wekker gaat voel ik me kiplekker! Ik trek droge sokken aan, eet het zoveelste bakje pasta met soep en kaas. En vertrek naar buiten, met een setje hele stokken! Dank Hans! En ga voor de laatste 50 kilometer, niemand maakt mij meer wat! Ik vreet die bergen op, en ram zo naar de finish! Dat is precies hoe ik mij voel, en op zo’n moment in de race is dat best lekker kan ik je zeggen. Ik vlieg de klim op naar Bareges, onderweg kom ik Hans Lems tegen, de derde Nederlander die aan de start stond ongeveer 48 uur geleden. We praten even kort, maar ik ga te snel en Hans wenst me een goed tocht, bonne courage!
Als ik Bareges weer verlaat, waar ik overigens het allerlekkerste bakje oploskoffie ooit heb gehad, maar dat terzijde, kom ik Hans weer tegen die daar net naar binnen gaat. Ik wil door, ik begin te rekenen als ik richting refuge de la Glere klim. Ik kan wel eens om 6 uur vanmiddag terug zijn denk ik, tenzij de 3 toppen die ik over moet zo technisch zijn dat ik 3 uur per top doe dan wordt het wel 9 uur ’s avonds. Maar ook dat is een prima gedachte. Dat zou 63 uur betekenen en perfect uitkomen met mijn planning. Maar 3 uur per top, dat zal toch niet, die 3 toppen met ongeveer 500 hoogtemeters per top. Dat gaat vast sneller.
Blijven doorbijten
Als ik bij de refuge kom moet ik lachen en denken aan vorig jaar, toen we daar aan kwamen stampte Hans meteen met zijn vieze modderschoenen de refuge in en ging er een eigenaresse meteen uit haar Franse stekkertje! Ik maak een foto om deze herinnering later nog maar eens op te halen. Als ik weer gevuld ben ga ik door naar de eerste van de 3 toppen. Over technisch gesproken, de komende uren ben ik van rotsblok naar rotsblok aan het springen, en 3 uur later heb ik de eerste top gehad. Oke, dit wordt dus gewoon 9 uur vanavond. En vrolijk springen we verder, ik vervloek iedereen die met deze race en dan met name met het maken van de route te maken heeft. Hoe dan? Na 180 kilometer zo’n ellende in het parcours stoppen? Ik wil niet weten wie dit bedacht heeft.
De laatste loodjes
Als ik 2 toppen en 6 uur verder op een post kom verteld de vrijwilliger mij dat de 3e top een stuk makkelijker is. Ik ben er blij om en bedankt de beste man als ik weer vertrek. De laatste loodjes! Nog ongeveer 25 kilometer, ik wordt onderweg al gefeliciteerd. Nou nou wacht maar even, we moeten nog een stuk. Bonne courage roep ik maar terug!
Het deel naar de laatste post is inderdaad een stuk makkelijker, maar vanwege de afgelegde kilometers ging deze ook niet heel snel, dribbelen afgewisseld met wandelen bereik ik de laatste post. Nu begin ik toch ook wel de finish te ruiken! Ik eet en drink snel wat, want ik wil de laatste afdaling in. Eerst nog even de skipiste omhoog voordat ik echt de afdaling in kan. Als ik boven ben bel ik Hans om te vragen of hij mijn slippers mee wil nemen naar de finish. En wederom dribbelen afwisselend met lopen ga ik naar beneden.
De afdaling is vreselijk, veel en veel te steil en dat in combinatie met mijn toch al blauwe en pijnlijke tenen is dat geen pretje. Vorig jaar liepen we deze afdaling in de nacht en met dichte mist. Nu met daglicht ziet alles er toch een stuk anders uit en gaat het ook een stuk sneller. Ook nu komen de felicitaties en de bonne courages van alle kanten. De hele race klopten de kilometers met het kaartje, maar de laatste 14 zijn er echt geen 14.
Maar ja wat kan je er aan doen? Niks, je moet toch naar de finish.. Als ik na een serieus ellendige afdaling aankom in het dorp mag ik nog een ereronde maken door het dorp en de felicitaties en bonne courages in ontvangst nemen. Wat een feest, wat voel ik mij nog sterk na al die kilometers. Ik ren het dorp door en in de laatste paar honderd meter staat Hans mij op te wachten! Ik ben er………… Fuck man, ik heb het gedaan! 220 kilometer!
En hoe!
Gefinisht om 20u59m, net binnen de 63 uur. Bij de finish staan ook Martine en Nico die naar het dorp gekomen zijn voor mijn finish. We drinken met zn vieren een biertje, en aansluitend strompel ik naar de auto.
Hans bedankt voor deze weer onvergetelijke week!
Quentin jij ook voor de gezelligheid tijdens de race, helaas heeft de arts je op 14 kilometer voor de finish uit de race moeten halen, respect baas!
BONNE COURAGE..
Auteur: Arend van Wijk aka de trailmajoor